‘Kook, en neem, als dat mogelijk is, een tuin. Deelnemen aan de ingewikkelde en eindeloos interessante processen van in ons levensonderhoud voorzien, is de zekerste manier om te ontsnappen aan de fastfoodcultuur en de impliciete criteria ervan: dat voedsel snel, goedkoop en gemakkelijk moet zijn; dat voedsel een product is van de industrie, niet van de natuur; dat voedsel brandstof is en niet een vorm van verbondenheid, zowel met andere mensen als met andere soorten – met de natuur.’
Michael Pollan
Eten is een basisbehoefte
Eten doen we allemaal, de meesten doen het zelfs graag en kunnen er heerlijk van genieten. En zo hoort het ook: eten moet aangenaam en ontspannend zijn. Velen stellen zich vragen over wat gezond is, zoeken het ideale dieet maar het is ook belangrijk ons af te vragen wat de impact van onze voeding is op onze planeet.
Het is natuurlijk niet de bedoeling en zelfs niet gezond om te eten met een hoofd vol diepgaande gedachten. Maar het lijkt me wel nodig om buiten de maaltijd eens stil te staan bij wat het effect is van de manier waarop we omgaan met voeding.
Bij ‘voeding’ denken we vooral aan onze gezondheid maar hoe meer je erover leest, hoe meer je in verwarring wordt gebracht. Er zijn talloze stromingen van wat wel en niet gezond is: wat enkele jaren geleden gezond was is het nu niet meer. De wetenschap verandert regelmatig van gedacht, we moeten voedingssupplementen nemen om gezond te blijven,… en ga zo maar door.
Eeuwenlang hebben mensen gegeten zonder al de analyses die er nu gebeuren en zonder alle wetenschap die er rond hangt. Eten, een natuurlijk, spontaan gebeuren, is nu vaak verworden tot een problematische activiteit waar we ons het hoofd over breken, die ons met schuldgevoelens overlaadt en waaraan velen zo weinig mogelijk tijd willen besteden.
Permacultuur en ethiek
Permacultuur is gebaseerd op ethische regels die ook bij onze voeding in acht te nemen zijn. Het zou immers nogal inconsequent zijn de ethische regels enkel toe te passen op de tuin, het bouwen, financiën, … maar niet meer op hetgeen op onze tafel terecht komt.
Zorg voor de mens
Bekijken we de ethische principes dan hoort bij ‘zorg voor de mens’ ook: zelf verantwoordelijkheid nemen en zelf instaan voor onze gezondheid. Dit betekent o.a. nagaan wat de beste voeding is voor onszelf. Ik ben ervan overtuigd dat elke persoon uniek is en dat elk voor zichzelf moet uitmaken waarbij hij zich het beste voelt. Er is niet één enkel zaligmakend dieet of voedingssysteem. Wat voor de een goed is, bekomt een ander slecht. Wetenschap en voedingsdeskundigen gaan ook steeds meer voorschrijven welke inhoudsstof voor het een of het ander nodig of goed is. Tenslotte eten we geen echt voedsel meer maar enkel nog voedingsstoffen zoals Michael Pollan in zijn boek ‘Een pleidooi voor echt eten’ schrijft. Mensen eten bepaalde groenten en fruit omdat gezegd en geschreven is dat er voedingsstoffen inzitten die goed zijn tegen kanker, of antioxidanten die weer voor iets anders goed zijn, of….
Maar wie voor zijn gezondheid wil zorgen kan best terug echt voedsel gaan eten, voeding uit eigen tuin of van een bioboer, van een permacultuur (samen)tuin of een biologisch CSA bedrijf, recht van het veld en het dan zelf bereiden. Hoe minder toevoegingen, hoe beter. Gevarieerd eten en hierbij het voedsel niet helemaal uitkleden totdat er nog enkel een klein stukje van overblijft, bezorgt ons een samenspel van vele inhoudsstoffen, ook die waarvan het bestaan of de werking nog onbekend is. De meeste groenten kunnen met de schil gegeten worden, ribben in de sla, het groen van de prei,… het zijn stuk voor stuk voedzame delen die vaak weggegooid worden. Voedselverspilling!
We weten ook dat onze groenten steeds minder mineralen bevatten omdat de bodems op dat vlak erg arm geworden zijn. Om de mineralen in het voedsel maximaal te behouden, kan je bij de bereiding ervoor zorgen dat er slechts weinig verloren gaat. Dit kan door rauw te eten, te stomen of te roerbakken. Ik hou hier geen pleidooi voor puur rauwkost of andere stromingen. Elk moet zichzelf hierbij voelen en uitmaken wat het beste is.
Zelf het voedsel bereiden heeft ook heel wat voordelen: er is een minimum aan toevoegingen en voedsel met liefde bereid bekomt beter. Tijd nemen om te eten zonder stress is even belangrijk voor een goede vertering als eten met een goed gevoel. Als je gespannen eet, blijft het op de maag liggen, het verteert niet goed.
Genieten van de maaltijd is een ander belangrijk aspect om het voedsel goed te verteren. Daarom smaakt eten in gezelschap beter dan eten in je eentje.
Zorg voor de aarde
De ethische regel ‘zorg voor de aarde’ toont ons uitdrukkelijk in welke richting ons eten moet gaan. Om bodem, milieu, biodiversiteit te verbeteren moeten we voedsel eten dat niet opgegroeid is met pesticiden, kunstmest, antibiotica, gentechnologie. Heb je enige ruimte, dan kan je een deel van je voedsel uit je eigen tuin(tje) halen: vers, gezond en onbehandeld. Bovendien eet je geen kilometers op die manier. Heb je onvoldoende ruimte, koop dan biologisch voedsel op een betrouwbare plaats, bij een betrouwbare boer, zoveel mogelijk lokaal geteeld en van het seizoen. We letten immers ook op de afstand en kopen liefst geen voedsel dat vele kilometers heeft afgelegd. Vervoer is vervuilend en brengt meteen ook het probleem van verpakking mee. Alweer vaak wegwerpmateriaal. Ook eten van het seizoen is hiervoor belangrijk. Wat je eet uit je eigen tuin is seizoensgebonden; wat we kopen, is dat vaak niet. Eten wat niet van het seizoen is, komt van ver en brengt ettelijke kilometers op je bord. Ofwel is het hier geteeld in verwarmde serres, wat veel energie vergt.
Als je zelf een deel van je voedsel kan telen, kies je best voor doorlevende groenten en zichzelf uitzaaiende planten. Die zijn immers sterker en je hebt er minder werk aan. Meestal zijn dat ook minder of niet geselecteerde planten die nog meer sterk smakende inhoudsstoffen bevatten, wat weer beter is voor onze gezondheid. In een natuurlijke tuin groeien ook wilde, eetbare planten die een waardevolle aanvulling zijn voor het menu.
In een goed ontworpen permacultuurtuin staan uiteraard ook bessenstruiken, al of niet klimmend, fruitbomen, laag of hoog en noten zoals o.a. hazelaars voor een kleinere tuin en okkernoten voor een grote tuin. Al deze planten bieden onmisbaar voedsel. Bovendien wordt bij het telen van doorlevend materiaal de bodem veel minder verstoord.
Eerlijk delen
Het ethische principe ‘eerlijk delen’ betekent ook dat we rekening houden met het sociale aspect: we betalen een eerlijke prijs voor ons voedsel. We vragen in ruil wel kwaliteit. Door bij een plaatselijke boer te kopen, eventueel een CSA project, krijgen boer en boerin ook een leefbaar loon. Kleinschaligheid betekent ook dat de bodem beter kan verzorgd worden.
Vlees of geen vlees op het menu?
En wat met de voortdurende discussie: vlees of geen vlees? De mens is geëvolueerd tot een alleseter. Geen vlees of vis eten is geen probleem, wij doen het al meer dan 30 jaar. Toch is dat een persoonlijke keuze die samenhangt met heel wat factoren. Maar wie kiest voor een vegetarisch dieet moet naar mijn mening daarin consequent zijn en geen sojaproducten op zijn menu zetten. Sojateelt is zeker niet milieuvriendelijk. Meestal zijn er ook nog veel kilometers mee gemoeid, veel bewerking en het is echt niet nodig voor onze gezondheid. Aangekochte vleesvervangers hebben heel wat bewerkingen ondergaan en bevatten meestal veel ongezond vet dat vaak misschien wel biologisch maar niet milieuvriendelijk geteeld wordt. Ik denk hierbij aan de veel gebruikte palmolie waarvoor uitgestrekte biotopen vernield worden.
Wie kiest om niet vegetarisch te eten, moet in elk geval veel minder vlees en vis gaan eten dan wat onze gewoontes zijn in het Westen. Bovendien kies je dan voor biologisch vlees en vis zodat er geen antibiotica en allerlei andere toevoegingen aan te pas komen. Hierbij wordt ook meer rekening gehouden met het welbevinden van de dieren. Dit geldt ook allemaal voor het gebruik van zuivel. Misschien is het nog het beste enkel het vlees te eten van dieren die je zelf grootbrengt en slacht. Dan ga je vanzelf minder vlees eten. Zelf enkele kippen houden voor de eieren en eventueel voor het vlees is meteen een oplossing voor keukenafval. Voor zuivel ligt het uiteraard niet voor de hand om daarvoor zelf de dieren te kweken, tenzij je het beperkt tot enkele geitjes, maar dat vraagt ook weer om een grotere tuin.
Besef dat wat je eet ook altijd vertelt hoe je denkt.’ Je eet immers wat je bent’ want wat je bent bepaalt wat je wil eten.’ schrijft Marc David in ‘Je eet wat je bent’.
Interessante lectuur:
‘Een pleidooi voor echt eten’, Michael Pollan, 2008, ISBN 978 90 295 6633 9
‘Je eet wat je bent. Een andere kijk op voeding.’, Marc David, 1991, uitg. Servire
Laatste berichten van Yggdrasil (toon alles)
- Verslag van de Tweede Permacultours - 15 oktober 2015
- Permacultours: Uitstappen Georganiseerd door PermacultuurNetwerk Vlaanderen - 7 mei 2015
- Permacultuur Voor de Hele Mens (Deel 2) - 11 december 2014
Zeer interessant stukje, Lucrèce! Ik ben ook wel benieuwd naar jouw mening over granen en bij uitbreiding, koolhydraten in het algemeen in relatie tot permacultuur.