Recensie: Permaculture – Principles and Pathways Beyond Sustainability (Deel II)

Dit is het tweede deel van de recensie van het boek van David Holmgren: Permaculture – Principles and Pathways Beyond Sustainability. Het eerste deel kunt u hier bekijken: Recensie Permaculture – Principles and ….

Holmgren heeft de permacultuurprincipes onderverdeeld in twaalf duidelijke slogans, geïllustreerd door de in permacultuurkringen overbekende pictogrammen. Deze 12 ontwerpprincipes vormen samen met de ethische principes de dertien hoofdstukken van het boek. Binnen elk hoofdstuk behandelt hij dan de al even bekende permacultuurbloem die de zeven domeinen van de menselijke samenleving illustreert: gereedschappen en technologie, opleiding en cultuur, gezondheid en welzijn, financiën en economie, landeigendom en gemeenschapsregering, beheer van land en natuur en bouwen.

Enkele hoogtepunten uit elk hoofdstuk:

Principe 7: Van patroon naar detail werken

Goedwerkende ingewikkelde systemen zijn bijna altijd geëvolueerd vanuit goedwerkende simpele systemen. Wie het patroon begrijpt, begrijpt ook het systeem. Maar Holmgren waarschuwt voor een teveel van het goede. Een systeem kan slechts goed functioneren als alle elementen in de juiste hoeveelheid aanwezig zijn.

Het grote doel moet steeds voor ogen worden gehouden en de grotere patronen die het systeem beïnvloeden mogen niet genegeerd worden. Men moet er daarbij ook voor oppassen dat niet telkens opnieuw het warm water wordt uitgevonden. In onze drang naar vernieuwing vergeten we soms dat de mensheid er vaak eeuwen over gedaan heeft om bepaalde ontwerpen te perfectioneren. Soms zijn oude, beproefde methodes ook werkelijk de beste.

Principe 8: Integreren in plaats van afzonderen

Het geheel is groter dan de som van de delen. Dat is de voornaamste stelling in dit hoofdstuk. In permacultuur zijn niet de onderdelen zelf belangrijk, maar juist hun onderlinge wisselwerking. Om dit principe te kunnen toepassen, is een goed begrip van de functies van coöperatie en competitie nodig. Zeggen dat competitie en conflict slecht zijn en samenwerking goed, zou verkeerd zijn. Competitie en conflict zijn juist wat een ecosysteem in beweging en dus in evenwicht houdt en waardoor coöperatie kan ontstaan.

In groeiende gemeenschappen zijn competitie en conflict onvermijdelijk omdat elk element nog zijn eigen niche moet vinden. Eens deze niches bezet zijn, is het coöperatie die het systeem stabiel houdt. Voor de mens is samenwerking in een gemeenschap levensnoodzakelijk. Te trachten een menselijke gemeenschap te ontwerpen zonder integratie van de natuur zou echter waanzin zijn, om de eenvoudige reden dat de samenwerkingsverbanden in de natuurlijke processen niet te vervangen of te verbeteren zijn.

Principe 9: Kleine en langzame oplossingen gebruiken

Wanneer snelheid afneemt, neemt de totale beweging af en blijft energie langer beschikbaar in het systeem. Dat is een waarheid als een koe. En dan spreken we nog niet over de details die ons ontgaan als we niet de tijd nemen om te observeren en te onderzoeken. Natuur werkt op de kleinst mogelijke schaal. Wanneer een optimale functioneringsgrootte bereikt werd, stopt de groei. Vanaf dat moment wordt overtollige energie geïnvesteerd in reproductie en vernieuwing.

Een optimaal permacultuursysteem produceert slechts zoveel als nodig is voor de lokale consumptie en als mogelijk is met de werkkracht en de middelen die ter plekke voorhanden zijn. Hier besteedt Holmgren ook aandacht aan onze snelle digitale wetenschap. We zijn zo gewoon geraakt aan gsm, gps, ogenblikkelijke informatie en wereldwijde simultane contacten, dat het trainen van ons geheugen uiteindelijk niet meer nodig is. We hoeven geen informatie meer op te slaan en te verwerken want ze staat te aller tijde digitaal ter beschikking. Hoewel dit absoluut ook voordelen heeft, waarschuwt Holmgren ervoor dat we daardoor andere waardevolle eigenschappen weer kunnen verliezen, eigenschappen die de mens moeizaam door miljoenen jaren evolutie heeft opgebouwd.

Principe 10: Diversiteit

Wanneer elke functie moet ondersteund worden door verschillende elementen, veronderstelt dit ook diversiteit. Voor elk systeem geldt dat de weerbaarheid ervan toeneemt met de diversiteit waarvan ze gebruik maakt. Het uitsterven van bepaalde diersoorten is op zich geen grote ramp. Het feit dat er niches verdwijnen zodat er geen nieuwe soorten kunnen ontstaan om ze te vullen, is dat wel. Uiteindelijk zullen dan bepaalde levensnoodzakelijk functies van het systeem niet meer kunnen vervuld worden. Ook menselijke diversiteit gaat Holmgren niet uit de weg.

Het verlies van onze etnische identiteit betekent ook een enorm verlies aan indigene wijsheid. Het is precies die wijsheid waarvan permacultuur gebruik maakt als alternatief voor moderne oliegestuurde monoculturen. Toch betekent diversiteit op zich niet veel als het niet geïntegreerd is in een systeem. In een dierentuin is een grotere biodiversiteit te vinden dan in een bos, maar in een bos interageren de diverse soorten met elkaar en creëren zo een stabiel ecosysteem.

Principe 11: Randen gebruiken en waarderen

In de scheidingszone tussen twee ecosystemen zijn meer soorten te vinden dan de som van de soorten in de afzonderlijke ecosystemen. Het is in deze scheidingszone dat er microklimaten ontstaan die ergens anders niet mogelijk zijn. Dit verklaart ook de populariteit van de randstad, die zowel het bruisende stadsleven als het rustige landleven bereikbaar maakt. Holmgren reikt hier het Venn-diagram uit de moderne wiskunde aan als ontwerphulpmiddel om de randen in een systeem te optimaliseren.

Het woord ‘marginaal’ klinkt ons eerder negatief in de oren, maar precies het marginale brengt ons nieuwe inzichten waarmee we onze systemen kunnen verbeteren. Wie aan de rand van de maatschappij leeft, moet immers noodgedwongen andere mogelijkheden inzetten om te overleven dan wie knus alle voordelen van een functionerende samenleving kan genieten.

Principe 12: Positief omgaan met verandering

De natuur is voortdurend in beweging en past zich steeds weer op de meest efficiënte manier aan veranderingen aan. In de moderne landbouw worden dingen als successie genegeerd met als gevolg dat we de natuurlijke gang van zaken blijvend moeten bestrijden. Permacultuur stapt weliswaar van dit principe af, maar Holmgren waarschuwt toch ook voor het onnadenkend versnellen van successie.

Wij zijn zo ingesteld op het streven naar een altijd grotere productieopbrengst, dat het soms onnatuurlijk aanvoelt om het natuurlijk pulserende gedrag van een ecosysteem te aanvaarden. Het zou absolute waanzin zijn als we zouden geloven dat wij in ons korte bestaan als homo sapiens een systeem zouden kunnen verbeteren waar de aarde miljarden jaren over gedaan heeft om het te optimaliseren. De enige aspiratie die wij als mens kunnen en mogen hebben, is de hoop dat we de schade die we in ons amper tienduizendjarige bestaan hebben aangericht weer kunnen inperken.

Als we beseffen dat ook menselijk culturen aan successie onderhevig zijn, bestaat er een betere kans dat we op een constructieve manier met veranderingen kunnen omgaan. De evolutie van de in armoede levende pachter naar grondbezitter, naar succesvolle zelfstandige, naar hoog opgeleide professioneel duurt in de meeste families enkele generaties maar ze vind in de meeste families wel effectief plaats, aangemoedigd en ondersteund door ons verplichte onderwijs. De vraag is alleen of een maatschappij van louter hoog opgeleide professionelen ook levensvatbaar is. We moeten in onze ontwerpen rekening houden met een veranderende wereld.

Globalisering geeft invasieve exoten voet aan wal. Klimaatverandering geeft nieuwe soorten de kans om zich te vestigen op plaatsen waar ze voordien niet konden overleven. Dit geeft aanzet tot nieuwe mutaties en symbioses en het ontstaan van nieuwe soorten. Er ontstaan nieuwe ecosystemen met nieuwe niches, nu evenzeer als tienduizend jaar geleden na de laatste ijstijd. Dit gegeven schijnt ook een heel ander licht op de term ‘inheems’. Wat vandaag ergens inheems is, was dat vijfduizend jaar geleden misschien helemaal niet en zal het binnen vijfduizend jaar waarschijnlijk ook niet meer zijn.

Geen roman

Permaculture – Principles and Pathways Beyond Sustainability is geen boek dat je in één ruk uitleest. Veeleer doe je er maanden en zelfs jaren over en ga je het de rest van je leven regelmatig herlezen. Het is zeker geen handboek waarin je een antwoord vindt op al je permacultuurvragen. Veeleer geeft het een aanzet tot het zelf vinden van eigen antwoorden. Het bied denkpistes die niet voor de hand liggen en opent nieuwe perspectieven. Een boek over de principes en mogelijkheden van permacultuur kan nooit volledig zijn.

Het is niet onmogelijk om elk van Holmgrens hoofdstukken nog verder uit te breiden tot afzonderlijke dikke boeken. Maar in zijn beknoptheid is de auteur wel zo volledig als mogelijk is. Het boek is alleszins een aanraden voor wie meer uit permacultuur wil halen dan de inrichting van zijn achtertuin. Voor die laatste is het dan wel eerder ongeschikt.

 

The following two tabs change content below.

Ivy Dillen

Ivy Dillen is al vele jaren een permacultuur enthousiasteling die probeert Moeder Natuur te overtuigen haar een eigen voedselbos cadeau te doen op een oude paardenweide.