‘Introduction to Permaculture’ van Bill Mollison is precies wat de titel zegt dat het is: een kennismaking met permacultuur in al zijn facetten. Er bestaan ondertussen tientallen boeken die hetzelfde doen, elk op hun eigen manier en niveau. Het verschil is dat hier de meester zelf – één van de grondleggers van permacultuur – aan het woord is.
Ethiek
Meteen in de inleiding wijdt Mollison uit over de ethiek van het systeem. In zijn woorden houdt ‘zorg voor de aarde’ ook meteen ‘zorg voor de mensen’ in, aangezien wij – net als alle levende wezens en alle niet levende dingen – deel uitmaken van dat grote ecosysteem dat de aarde is. En nadat onze eigen behoeftes werden voldaan en ons eigen systeem naar behoren draait, geeft hij als derde ethische regel de opdracht om dat wat we zelf niet nodig hebben, te gebruiken om anderen te helpen hetzelfde te bereiken.
Hij geeft echter nog een vierde ethische regel, die misschien voor de hand ligt, maar die ik tot hiertoe nergens anders ben tegen gekomen: de ethiek van het leven. Alles wat leeft, of het nu plant of dier of mens is, heeft op zichzelf waarde. Ook al is die niet commercieel uit te drukken, toch vervult het op ergens een niveau een functie die je moet respecteren.
Een permacultuurontwerp is een ‘harmonieuze integratie van het landschap en de mens’, die vanuit vier invalshoeken vorm krijgt: plaatselijke componenten (water, landschap, klimaat), energiecomponenten (technologie, verbindingen, structuren, middelen), abstracte componenten (tijd, informatie, ethiek) en sociale componenenten (wettelijke bepalingen, cultuur, handel, financiën). Ook de permacultuurboom duidt aan dat een permacultuurontwerp steeds streeft naar een holistische aanpak. Het systeem zoekt zijn eigen plaats in het grote systeem aarde, rekening houdend met alle andere systemen die er deel van uitmaken.
Principes
In hoofdstuk 1 gaat Mollison dieper in op de permacultuurprincipes. Daarbij gaat hij echter anders te werk dan zijn mede-grondlegger David Holmgren, die twaalf duidelijke slagzinnen voor de principes creëerde. Mollison zelf heeft het over “relative location”, het feit dat elk element meerdere functies vervult en dat elke belangrijke functie ondersteund wordt door meerdere elementen. Als voorbeeld geeft hij hierbij een volledige functie-analyse van de kip. Verder heeft hij het over zonering, sectoren en helling, wat allemaal een rol speelt in het efficiënte gebruik van beschikbare energieën.
Hij schrijft over het gebruik van biologische middelen en over energiestromen en –cyclussen. Hij pleit voor kleinschalige, intensieve systemen, waarbij plantenlagen, successie en evolutie allemaal een plaats vinden, en voor diversiteit, het ontwerpen van gilden en het gebruik van het randeffect. Als laatste brengt hij attitudeprincipes naar voor en maakt hij duidelijk dat alles in twee richtingen werkt. Iets is altijd tegelijkertijd een voordeel en een nadeel, naargelang de manier waarop je het bekijkt. De nadelen hoef je niet als ‘probleem’ te zien, maar als stimulans om het ontwerp zo aan te passen dat het een voordeel wordt. Ook dat is permacultuur.
Ontwerpen
In hoofdstuk 2 gaat hij dieper in op ontwerpen met de bestaande mogelijkheden en beperkingen van het klimaat, het landschap, de bodem, de aanwezigheid van water en de bestaande structuren. Hoe en waar kunnen microklimaten gecreëerd worden? Hoe kan een huis koel gehouden worden in de zomer en warm in de winter? Hoe maken we maximaal gebruik van de gangbare winden? Hoe kan de bodem verbeterd worden? Hoe maken we efficiënt gebruik van het water op onze site? Waar is de beste plek om een huis te bouwen? Waar komen de paden en wegen? Hoe beperken we schade door stormen, aardbevingen en branden?
Eén ding is duidelijk: het antwoord op al die vragen is afhankelijk van de situatie ter plaatse.
Hoofdstuk 4 behandelt de integratie van gebouwen in een permacultuurontwerp en in hoofdstuk 5 is de tuin aan de beurt. Mollison gaat specifiek in op de verschillen in ontwerp voor diverse klimaatzones met een hoeveelheid van tips voor koude, tropische en droge streken, zowel in de stedelijke omgeving als op het platteland.
Hoofdstukken 6 en 7 zijn eerder op landbouw gericht dan op tuinieren, met boomgaarden, agroforestry en graangewassen enerzijds en veehouderij en aquacultuur anderzijds.
In de bijlagen geeft hij nog een uitgebreide lijst van nuttige planten mee en een volledig ontwerp voor een voorstedelijke tuin in Australië.
Alles bij elkaar genomen betekent dit dat één keer lezen voor Bill Mollisons ‘Introduction’ absoluut niet volstaat. Het is een boek dat je steeds weer ter hand neemt en doorbladert om je eigen ideeën aan die van de meester te toetsen. Ik zou niet aanraden om alleen dit ene boek te lezen voor je aan je eigen ontwerp begint, maar het is een heel goed begin en het zal je zeker in de juiste richting voor jouw situatie duwen.
Bill Mollison
Bill Mollison werd in 1928 in Tasmanië geboren als Bruce Charles Mollison. In 1978 publiceerde hij samen met David Holmgren ‘Permaculture One – A Perennial Agriculture for Human Settlements’, waarmee meteen permacultuur geboren was.
Andere boeken van Bill Mollison:
- Permaculture Two
- Permaculture: A Designers Manual
- The Permaculture Book of Ferment and Human Nutrition
Ivy Dillen
Laatste berichten van Ivy Dillen (toon alles)
- Recensie: Permaculture – Principles and Pathways Beyond Sustainability (Deel II) - 16 april 2015
- Recensie: Permaculture – Principles and Pathways Beyond Sustainability - 9 april 2015
- Meersoortige Begrazing: Een inleiding (Deel 2) - 19 maart 2015