Mensen gaan niet langer over de naakte aarde. Ze hebben hun handen afgetrokken van grassen en bloemen, ze staren niet meer naar de hemel, hun oren zijn doof geworden voor het zingen van de vogels, hun neus is ongevoelig geworden als gevolg van uitlaatgassen en hun tong heeft de eenvoudige smaken van de natuur vergeten. Alle vijf zintuigen zijn geïsoleerd geraakt van de natuur.
Masanobu Fukuoka
In deel 1 bekeken we zijde a en b van de driehoek.
Zijde C
Zijde c omvat onze vijf zintuigen die ook aan bod moeten kunnen komen in onze tuin: zien, horen, ruiken, tasten en smaken.
Het is nodig bij het ontwerp ook aan de zintuigen te denken. Eigenlijk moeten we onze zintuigen opnieuw meer leren gebruiken. Als we door de tuin lopen, zweven we vaak als het ware over de grond, we zitten in ons hoofd en zien, horen en voelen weinig.
Daarom is het goed af en toe eens bewust in de tuin te zijn. Weg gedachten, concentratie op alle zintuigen. Hoe meer we bij het ontwerp aandacht schenken aan elementen om onze zintuigen te gebruiken, hoe meer mogelijkheden er nadien zijn.
Zien: we zorgen voor veel diversiteit aan planten, vroege en late bloeiers, planten met mooie herfstverkleuring, mooi blad qua vorm of kleur, planten die diverse insecten, o.a. vlinders, wantsen, bijen e.d. aantrekken. Het is boeiend al die beestjes bezig te zien. Een bijenhotel, groot of klein, tegen een zuiderse muur levert vele uren kijkplezier. Nestgelegenheid voor vogels is weer een andere manier om onze ogen de kost te geven. Een open water of poeltje is al snel een kraamplaats voor sierlijke libellen en zo zijn er nog tal van mogelijkheden. We laten onze creativiteit bruisen, zo zal onze tuin bruisen van het leven.
Horen: in onze tuin willen we graag nog iets anders horen dan voorbijrijdende auto’s en grasmaaiers. Op warme dagen kunnen we genieten van de zoemende insecten, zingende en fluitende vogels, het raspende geluid van sprinkhanen en krekels. Als we voldoende diversiteit aan planten voorzien als voedsel en nestgelegenheid voor dergelijke dieren, komen ze vast en zeker.
Tasten/voelen: als we bewust wandelen, is er heel veel te voelen met de voeten, ook al dragen we schoenen. De aard van de ondergrond, de oneffenheden, de verschillende soorten begroeiing zijn gewaarwordingen waar we meestal geen aandacht aan schenken maar die ons heel wat te vertellen hebben. Als we aan de blaadjes van verschillende planten voelen, kunnen we vaststellen dat elke plant ook op dat gebied haar eigenheid heeft.
Ruiken: een aangename geur is aantrekkelijk en maakt blij. Zo kunnen we hier en daar een echt goed geurende plant zetten. Hierbij denk ik o.a. aan geurige klimrozen, lavendel, rozemarijn, geurige tijm op een paadje. Een bloeiende, Amerikaanse zwarte bes geeft een zalige geur bij een licht briesje. Scharlei is heel aangenaam als de geur van een eindje weg komt, niet te dichtbij zetten dus. Voor elk seizoen zijn er wel geurige planten te vinden.
Smaken: in een permacultuurtuin is het vanzelfsprekend dat er van alles te proeven valt terwijl we door de tuin wandelen. En dan denk ik hierbij niet enkel aan de bessen die van eind mei tot in de herfst in overvloed aanwezig zijn. Er zijn nog de vele bloemen die een pittige smaak hebben of kruiden die we zo plukken voor een subtiele smaak. Andere geven dan weer een scherpe smaak, kortom voor elk wat wils.
Als we bij het ontwerp al deze zaken in ons hoofd houden, zal het resultaat niet enkel een vruchtbare maar ook een boeiende tuin zal zijn. Het komt er dan enkel nog op aan aandacht te hebben voor wat de natuur te bieden heeft in onze tuin.
Laatste berichten van Yggdrasil (toon alles)
- Verslag van de Tweede Permacultours - 15 oktober 2015
- Permacultours: Uitstappen Georganiseerd door PermacultuurNetwerk Vlaanderen - 7 mei 2015
- Permacultuur Voor de Hele Mens (Deel 2) - 11 december 2014