Meersoortige Begrazing: Een inleiding (Deel 1)

John Kitsteiner – Temperate Climate Permaculture – 26 augustus 2014-09-10

Jaren geleden las ik een geweldig boek van Carol Ekarius, dat ‘Small-Scale Livestock Farming’ getiteld was. Het was in dit boek dat ik voor het eerst het idee van begrazing door meerdere soorten tegenkwam. Ik was meteen weg van het concept en over de jaren heen ben ik er meer en meer van overtuigd geraakt dat dit de beste manier is om dieren te houden. Als we naar de natuur kijken, die toch onze gids en leraar is in permacultuur (Eerste permacultuurprincipe: Observeer en integreer), wat zien we dan?

In gezonde ecosystemen (en dat is een belangrijk gegeven) bezet een veelheid aan soorten allemaal hetzelfde gebied (Permacultuurprincipe 8: Integreren in plaats van afzonderen). Als je naar een natuurvideo van de savanne kijkt, dan zie je dat dit precies is hoe dieren in het wild leven. Ze blijven nog steeds grotendeels bij hun eigen soort. Dat kan op een strikte of een losse manier zijn, al naargelang de soort, het seizoen, de omgeving en vele andere factoren.

Maar de soorten zijn wel gemengd. Er is geen enkele soort, plantaardig of dierlijk, die in een vacuüm leeft. De meesten van ons zijn tegen monoculturen van planten in de akkerbouw, maar ik vraag me af of we niet om dezelfde redenen ook tegen monoculturen in de veehouderij moeten zijn.

Moderne boeren en veehouders zijn al enkele tientallen jaren aan het experimenteren. Sommigen raden een leider/volger systeem aan. Dat is een rotatiesysteem waarbij bij voorbeeld eerst schapen op de weide worden gelaten. Na enkele dagen worden ze naar een andere weide gedreven en mogen de drachtige en melkgevende koeien in de weide waar de schapen uit vertrokken zijn. Daarna komen de vleesstieren en de vaarzen, dan de geiten enzovoort. Dit werkt, maar ik geloof niet dat het de beste methode is.

Alle schapen, koeien, geiten en misschien zelfs varkens worden samen op de weide gelaten.
Alle schapen, koeien, geiten en misschien zelfs varkens worden samen op de weide gelaten.

Als een alternatief gebruiken sommige veehouders één enkele gemengde kudde. Alle schapen, koeien, geiten en misschien zelfs varkens worden samen op de weide gelaten. De dieren vormen hun eigen maatschappij. Ik heb een aantal boeren/veehouders ontmoet en over andere gelezen, die in eerste instantie hun kuddes gesplitst hadden in een leider/volger systeem, maar uiteindelijk toch besloten ze in een enkele gemengde kudde te combineren.

Ze hebben daarmee even goede resultaten (soms betere), het werk is gemakkelijker omdat er slechts één kudde moet verplaatst worden en het komt ook de bodem ten goede, aangezien er meer tijd tussen begrazingen zit. En nogmaals: zo doet de natuur het ook.

Je moet wel enkele dingen in gedachten houden. Niet elke bodem is klaar om aan begrazing door meerdere soorten te doen. Als er tientallen jaren koeien op de weide hebben gestaan, dan is het misschien geen al te beste weide voor geiten. Geiten zijn browsers en verkiezen houtachtige planten boven kruidachtigen. Ze zullen niet gelukkig zijn als er geen houtachtige planten aanwezig zijn en zullen voortdurend proberen te ontsnappen, zelfs meer dan ze normaal al doen. Ze zijn waarschijnlijk niet zo gezond als ze zouden kunnen zijn als ze hun natuurlijke voeding kunnen eten. Dus kan je in dat geval beter schapen toevoegen. Schapen verkiezen gras boven houtachtige planten. Ze concurreren voor gras met koeien, dus mag je niet te veel schapen bij koeien zetten. Maar anderzijds eten schapen ook veel planten die koeien laten staan en die we daarom vaak als ‘onkruid’ beschouwen. Maar denk eraan: als onkruid kan gegeten worden, is het geen onkruid meer maar gewoon een kruid.

Uiteindelijk moeten we dus onze diersoorten aanpassen aan het land dat we ter beschikking hebben. Hoe diverser de weide, hoe beter je aan meersoortige begrazing kan doen. Vooral kleinere herkauwers zoals schapen en geiten komt diversiteit ten goede.

Daarnaast is voor begrazing door meerdere soorten tegelijk een goede administratie en observatie nodig. Je hebt een nauwkeurige optekening nodig van elk afzonderlijk dier, van alle soorten en alle rassen. Is er een bepaald dier dat zich niet blijkt voort te planten? Is er een bepaald ras dat zich met andere rassen kruist? Op die manier komen we te weten op welke manier we het best omgaan met onze dieren. Vergeleken met de normale manier van veehouden, is het bij meerdere soorten ook veel leuker om gewoon naar de kudde te staan kijken. Zo leren we de afzonderlijke dieren kennen en kunnen we overwogen beheersbeslissingen nemen en zowel onze kudde als ons land en onze winst verbeteren.

Meersoortige begrazing in werking
Meersoortige begrazing in werking

Er zijn ook een aantal dingen waar we rekening mee moet houden als we met een meersoortige kudde willen gaan werken. We moeten ons beter informeren (wat altijd leuk is). Het is gemakkelijker om specialist te worden in één soort dan het is om ons in drie of vier of zelfs zeven soorten te gaan specialiseren. We moeten overleggen over hoe we met bepaalde soorten zullen omgaan, hoe we ze verwerken en vermarkten. We hebben andere omheiningen nodig dan met een enkele veesoort. We moeten rekening houden met roofdieren als er ook kleinere dieren in onze kudde lopen. Het goede nieuws is dat er steeds meer mensen zijn die op deze manier vee houden. Wat zij zijn te weten gekomen is op het internet vaak terug te vinden. Er zijn dus toch al wat antwoorden op je eventuele vragen te vinden.

 

Volgende week volgt het tweede deel van deze tekst!

 

John Kitsteiner is de oprichter van Temperate Climate Permaculture (TCpermaculture.com). Hij is een voormalig grafisch ontwerper die op latere leeftijd traditionele geneeskunde ging studeren en als dokter in het Amerikaanse leger ook alternatieve geneeswijzen gebruikt. Op TCPermaculture.com schrijft hij regelmatig een blog waarin hij vele aspecten van permacultuur bespreekt.

 

The following two tabs change content below.

Ivy Dillen

Ivy Dillen is al vele jaren een permacultuur enthousiasteling die probeert Moeder Natuur te overtuigen haar een eigen voedselbos cadeau te doen op een oude paardenweide.