De hedendaagse architectuur draait nog vaak om het ego van de architect en de status van de bouwheer/-vrouw. Men legt nog steeds de nadruk op esthetiek, vormenspel en minimalisme. Dit is niet de architectuur van onze Nieuwe Tijd, waarin we op een zelfvoorzienende, gezonde manier willen leven.
Permacultuur behelst alle facetten van het leven. Ook op de architectuur kan je de 12 ontwerpprincipes toepassen. Wie zijn woning op een ecologische m
anier verbouwt en op duurzame wijze wil leven heeft aan deze principes een goede leidraad. Geraak je er zelf niet aan uit dan kan je ons advies inwinnen. Tijdens een Mier-SCAN doorlopen we je huis en bespreken we hoe je jouw leefomgeving geleidelijk aan transformeert tot een duurzame permacultuurplek.
1. Observeer en handel ernaar.
Er wordt vaak gezegd dat je minstens een jaar in je huis moet leven, vooraleer je veranderingen doorvoert. Dit is niet uit de lucht gegrepen. Neem de tijd om te observeren. Stel jezelf de vraag… Waar bevindt mijn huis zich, op geografisch vlak, tov de dorpskern, de buren? Wat is de geschiedenis van de plek? Hoe is mijn huis geörienteerd? Wat zijn de warmste ruimtes (voor leefruimtes) en de koudste (voor keuken & bewaring van voedsel)? Waar vertoef je het meest?
2. Vang energie en sla ze op.
Wat zijn de energiestromen in en rond je woning?
Waar bevindt zich het water? Ga op zoek naar bestaande regenwaterputten en grondwaterputten. Bekijk hoe het water over je terrein en je daken stroomt. Waar kan je het verzamelen? Water sla je best (deels) zo hoog mogelijk op. Gebruik makend van de zwaartekracht kan je steeds van je water gebruik maken. Zit al je water diep onder de grond, dan heb je steeds een pomp nodig.
Hoe ga je je verwarmen? Waar haal je je hernieuwbare brandstof? Heb je voldoende korte omloophout en waar kan je het hout stockeren? Hoe haal je maximaal rendement uit je brandstof? Sla je warmte op in massa en isoleer je huis goed.
Hoe kan je maximaal op passieve wijze van de zonnewarmte gebruik maken? Een serre of glazen voorzetwand vangen extra zonnewarmte op voor je huis. Je kan de zonne-energie opslaan in water en ermee douchen.
Als algemene regel geldt dat je eerst je energiegebruik (water, warmte, electriciteit) tot een minimum reduceert, zodanig dat je niet te veel moet stockeren.
Een andere energiebron waar niet meteen aan gedacht wordt: de WC. Vervang je spoeltoilet door een droogtoilet en vang je urine gescheiden op. Geef deze waardevolle voedingstoffen aan je planten. Hou ze binnen je ecosysteem.
3. Zorg voor opbrengst.
Hoe voorzie je jezelf in voedsel? Waar kweek je de kiemplantjes op? Waar hard je ze af? Waar kweek je jouw voedsel? Balkonnen, terassen, vensterbanken, daken en voor- en achtertuin: alles kan benut worden in je voedselproductiesysteem. Laat geen enkele cm² links liggen.
Waar verwerk en bewaar je de oogst op een energie-efficiënte wijze? Veel groenten en fruit kan je kwijt in een bewaarkelder, in kisten gevuld met wat vochtige grond, of gewoon op een schap in de keuken… Of je verwerkt een deel van je oogst tot chutney, confituur, siroop, wijn, sap of je fermenteert het in bokalen. Niet al je voedsel vraagt dezelfde bewaarmethode. Wij leven al jaren zonder diepvriezer en koelkast en komen zonder kleerscheuren de winter door, met zelfgekweekt voedsel.
4. Gebruik zelfregulering en accepteer terugkoppeling.
Hou het simpel. Hoe minder technieken, hoe beter. Machines zijn gemaakt om kapot te gaan. Maar wees wel efficiënt. Een huis vol plantjes ga je niet één voor één met een gietertje bewateren. Plaats ze in grote waterschalen die automatisch bewaterd worden, telkens wanneer het regent. Zo hoef je de buren niet te vragen de plantjes te gieten wanneer je er een tijd niet bent.
5. Gebruik en waardeer hernieuwbare grondstoffen en diensten.
De ideale woning is de composteerbare woning, waar alle bouwmaterialen van natuurlijke oorsprong zijn. Bio-ecologische bouwmaterialen zijn tegenwoordig wel makkelijk voorhanden. Soms gaan we het echter te ver gaan zoeken. Het hoeft niet per se uit een winkel te komen, om goed te zijn. Leem graaf je uit in je tuin, stro vind je bij de lokale boer of kweek je zelf (Miscanthus), wol haal je bij de schapenscheerder, constructiehout groeit in de tuin,… Met deze natuurlijke en goedkope grondstoffen kan je vloeren, wanden en structuren bouwen, kan je naar hartenlust isoleren,… Onderzoek welke bronnen in jouw buurt in overvloed aanwezig zijn.
6. Produceer geen afval, maak kringlopen.
Aanvullend op het voorgaande, kan je ook gebruik maken van recuperatiemateriaal. Met palletten kan je meubels, muurbekledingen, vloeren en zelfs buitenwanden maken. De balken van oude dakgebintes of vloeren kunnen een nieuw leven krijgen. Dat je met oude kleren je muren kan isoleren hebben we reeds beproefd en goed bevonden. En zo zijn er nog duizend-en-één voorbeelden. Je kan al bouwend afval verwerken ipv een nieuw stort te creëren.
7. Ontwerp van (natuurlijke) patronen naar details.
Ga stapsgewijs te werk. Werk van buiten naar binnen. Besteed in eerste instantie voldoende aandacht aan je bouwschil (een droge constructie met regen- en/of dampscherm, voldoende isolatie,…). Bouw eerst een lege, droge, warme doos en vul nadien in met de verschillende functies en afwerkingsdetails
Een natuurlijk patroon vind je bij ons terug in de circulatie. De ruimtes zijn zodanig aaneengeschakeld dat ze een slakhuis vormen. Je wandelt vanop de straat, via de achtertuin, naar de tuinkamer, de keuken, de living, doorheen de traphal/groene long naar de gastenslaapzolder en verder naar de privé slaapkamer. Van publiek in de buitenrand naar intiem in de kern van het slakhuis.
8. Verenig eerder dan te scheiden.
Een mooie toepassing van dit principe is onze groene long. Het is een ruimte in ons huis waar regenwater opgevangen, gestockeerd en gezuiverd wordt tot drinkwater, waar we allerlei eetbare planten en paddenstoelen opkweken, waar we heerlijk douchen te midden van de planten, waar we herbronnen en tot rust komen. De groene long zuivert onze lucht en fungeert ook als traphal. Al deze functies in aparte kamertjes steken was onmogelijk geweest. We zijn gekomen tot een geheel dat veel meer waard is dan de som van de aparte deeltjes.
9. Gebruik kleine en trage oplossingen.
In feite is bouwen een levenslang proces, dat iedere familie doorleeft. Pas sinds de industrie zich ermee moeit, wordt een huis als een kant-en-klaar product aanzien, afgewerkt in enkele luttele maanden tijd.
Wie zelf bouwt, laat zijn huis groeien, samen met de noden van dat moment. De kern van iedere woning, waar het allemaal begint, is steeds de leefruimte: centraal rond de haard wordt gegeten en geleefd. Vanuit deze kern deint de spiraal verder uit. Ruimte voor de kinderen of andere nieuwe bewoners wordt bijgecreëerd, maar blijft steeds gekoppeld aan het centrum, de haard. Wie zelf bouwt laat zijn huis groeien, in verhouding tot de tijd en middelen die ter beschikking zijn. Het vraagt veel geduld om natuurlijke materialen te verzamelen, om ze te laten groeien, om met aarde te bouwen,…
10. Gebruik en waardeer diversiteit.
Zamel grond- én regenwater in. Stockeer het water op verschillende plaatsen. Beter meerdere kleine tanken dan een grote die moeilijk toegankelijk is.
Bewaar niet alle oogst op dezelfde manier. Maak van je pruimen chutney, confituur, wijn, droog ze,… Als één bewaarmethode mislukt, heb je nog steeds een heleboel reserve.
Kook op diverse wijzen: in je kachel, op een rocket stove, op een solar cooker, een gewoon fornuis,… Iedere methode geeft een specifieke smaak aan je voedsel.
11. Durf onbewandelde paden te betreden.
Een woning hoeft niet per se opgebouwd te zijn uit een gang met trap, leef-en eetruimte, daarachter de keuken, en boven dan de slaapkamers en badkamer. Ruimtes kunnen in elkaar overvloeien en kunnen meerdere functies hebben. bv Een slaapkamer moet niet noodzakelijk op de eerste verdieping liggen, waar het meestal het warmste is en waar je het mooiste uitzicht hebt.
12. Antwoord gepast op veranderingen en maak er op een creatieve manier gebruik van.
Bouw alles zodanig dat het flexibel blijft. Maak je technieken makkelijk toegankelijk. Bouw ze niet allemaal in. Een mooi voorbeeld is onze eerste badkamer. Ze was zeer complex gebouwd, met veel ingebouwde technieken, laagje boven laagje, gekleefd en genageld, een half jaar aan gewerkt. Drie jaar later hebben we ze terug uitgebroken. Een lek, dat te laat kwam boven drijven, zorgde voor onherstelbare schade. We hebben de hele boel terug gestript en zijn uiteindelijk tot de groene long gekomen (zie nr8), wat veel aangenamer douchen is dan in een benepen, muf kamertje onder het dak.
Meer info op de nieuwe site www.mier.be
Mier
Laatste berichten van Mier (toon alles)
- Architectuur Toegepast op de 12 Ontwerpprincipes - 5 februari 2015